Bodemonderzoek beoordeling

Algemeen

Jaarlijks voeren wij diverse bodemonderzoeken uit. U kunt deze bodemonderzoeken hier digitaal opvragen en betalen via het aanvraagformulier.

Wanneer moet een bodemonderzoek beoordeeld worden?

Er zijn drie beoordelingssituaties

Als van een perceel een bodemonderzoek beschikbaar is kunnen we dat onderzoek beoordelen. Dat oordeel maakt soms deel uit van de wettelijke procedure, zoals bij omgevingsvergunningen, maar dat hoeft niet altijd. Soms is een oordeel nodig om te bekijken of een koop of verkoop door kan gaan of dat er voor het gebruik vragen zijn over de bodem.

Er zijn drie situaties waarin beoordeling van bodemonderzoek wenselijk kan zijn

'In verband met het bestaan van risico voor de gezondheid van mens en dier mag een bouwwerk bestemd voor (voortdurend) gebruik door mens of dier niet gebouwd of verbouwd worden op verontreinigende grond.'

Om dit risico uit te kunnen sluiten voeren we in het kader van een aanvraag van een bouwvergunning een onderzoek uit naar bodemverontreiniging. Wij beoordelen vervolgens het resultaat van dit onderzoek. Is het onderzoek correct uitgevoerd en de bodem blijkt niet verontreinigd? Dan kan gebouwd worden.

In artikel 2.4.1. van de Bouwverordening staat aangegeven dat het verboden is te bouwen op verontreinigde grond. Dit verbod is ingesteld ter voorkoming van schade of gevaar voor de gezondheid van de gebruikers.

Op grond van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (MOR) is bepaald dat u bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning een onderzoeksrapport bijvoegt over de bodemgesteldheid. Dit onderzoeksrapport bestaat uit de resultaten van een recent uitgevoerd verkennend onderzoek volgens NEN 5740, bijlage A.

Burgemeester en wethouders kunnen in de volgende gevallen ontheffing verlenen voor het bijvoegen van een onderzoeksrapport:

  • Als voldoende gegevens over de bodemgesteldheid aanwezig zijn.
  • Het bouwen betrekking heeft op bouwwerken, waarin niet voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen verblijven (Woningwet, artikel 8, derde lid).
  • Het desbetreffende bouwwerk de grond niet raakt of het bestaande, niet wederrechtelijke gebruik, wordt gehandhaafd; (Woningwet, artikel 8, derde lid);

Op grond van de Wet bodembescherming mogen bedrijfsactiviteiten de bodem niet verontreinigen. In gevallen waarin bedrijven zogenaamde bodembedreigende activiteiten uitvoeren kunnen wij in de milieuvergunning een nul-onderzoek verplicht stellen. Hierin wordt de situatie van de bodem vastgelegd op het moment voordat het bedrijf zijn activiteiten begint.

Als (in de toekomst) het bedrijf wordt beëindigd vindt opnieuw onderzoek plaats om te beoordelen of het bedrijf de bodem heeft verontreinigd. Om te beoordelen of we direct in actie moeten komen ten aanzien van de bodem beoordelen we dit door een nul-onderzoek.

Bij aankoop/verkoop van grond is het wenselijk dat tussen de koper en verkoper duidelijkheid bestaat over de staat waarin de bodem van het perceel zich bevindt. In de volksmond spreekt men dan vaak over een "schoon grond verklaring".

Dit is een misleidende term. Grond is in Nederland (helaas) zelden helemaal schoon naar de geldende maatstaven. Dat wil niet zeggen dat de bodem dan ongeschikt is voor het beoogde gebruik. Daarom is het bij transacties beter te spreken over een zogenaamde "geschiktheidsverklaring". Betrokken partijen kunnen ons vragen een beoordeling te geven van het beschikbare bodemonderzoek.

Wat zijn de kosten?

De kosten van het opvragen van een bodemonderzoek bedragen € 10,85.

Voor de beoordeling van een bodemonderzoek buiten een bouwaanvraag om betaalt u een bedrag van € 350,00.